December 1932 promoveerde Miskotte in Groningen op het proefschrift Het Wezen der Joodsche Religie – Vergelijkende studie over de voornaamste structuren der Joodsche godsdienstphilosophie van dezen tijd. Promotor was prof. dr. W.J. Aalders.
Interessant is dat wij een beetje kunnen meeleven met Miskotte, in de ons nagelaten Uit de dagboeken 1930-1934 (VW 5A). Het is boeiend om dit proefschrift te lezen in de context van zijn theologische, kerkelijke, politieke en culturele leven. Miskotte wil geduld hebben “te luisteren, totdat het wezenlijke desnoods langs vele omwegen, tot ons komt en ons aanspreekt”. Hij denkt dat het wezen van het Jodendom iets heeft – “geleefde Leer” noemt hij het – dat een perspectivisch middelpunt is, het onherleidbaar-eigene. Zo beschrijft hij de structuren van de Joodse godsdienstfilosofie aan de hand van de getuigen, onder wie Max Brod, Leo Baeck, Hermann Cohen, Martin Buber en Franz Rosenzweig, die leven met de vragen van de tijd, maar ook de waarheid in het oog houden.
Miskotte, die de politieke ontwikkelingen in Duitsland in de jaren ’30 op de voet volgt, lijkt zich in dit geschrift al te verzetten tegen het opkomende antisemitisme. In 1939 in Edda en Thora (VW 7) doet hij dat vergelijkenderwijs tussen Jodendom en het (Germaanse) heidendom. Ook is hij zich bewust van de gevaren van het nationalisme ook voor het Jodendom, want het Europese Jodendom acht hij van onschatbare waarde, voor de cultuur, voor de humaniteit, ook met het oog op de aanzwellende secularisatie.
Miskottes proefschrift – in enkele maanden geschreven – brengt voor Nederland diepgang en vaart aan in de nog in het beginstadium verkerende dialoog van Joden en christenen. Het introduceert de correlatieleer in de Joodse theologie bij een christelijk publiek. Dr. Jaap Meijer, chroniqueur van het joodse leven van vóór de Tweede Wereldoorlog, prees in Hoge hoeden, lage standaarden (1969) hem als volgt: “Wilde men in die jaren werkelijk ingelicht worden over de grondslagen van het jodendom, dan moest men terecht bij de protestantse theoloog K.H. Miskotte, wiens standaardwerk over het wezen der joodse religie een niveau verraadt, dat door geen der vooroorlogse en naoorlogse rabbijnen ooit is bereikt.”
De handelseditie van het proefschrift (1933) is digitaal te raadplegen in Delpher. De tekst verscheen als deel 6 in het Verzameld Werk (1982). [jr]